Een rouwkoets zult u zeggen? De oudere garde onder u
zullen het zich misschien herinneren uit de vroegere dagen. Een rouwkoets is
vrijwel verdwenen uit het hedendaagse beeld van mensen welke begraven worden.
Heel af en toe zie je het nog een keer en dan maakt het
ook zeker grote indruk. In vroegere tijden werd een
overledene met een draagbaar naar het kerkhof gebracht.
Met de uitbreiding van de steden werden de afstanden echter te groot en werd
het vervoer verzorgd met speciaal gebouwde rouwrijtuigen.
Zijlader |
Al naar gelang het bedrag dat iemand wilde
of kon besteden aan de begrafenis, bepaalde of de overledene met een eenvoudige
of een luxueuze koets met veel houtsnijwerk en draperieën werd weggebracht. Men
sprak van ‘diverse klassen van begraven’.
Deze
rouwkoets is een zogenaamde ‘zijlader’ omdat de kist vanaf de zijkant op
een draaiplateau wordt geschoven en vervolgens in de lengterichting wordt
gedraaid. Dit waren oorspronkelijk veelal de rouwkoetsen in de hogere klasse.
De hogere klasse had een brede oprijlaan bij het huis, waardoor de kist aan de
zijkant kon worden geladen.
Bij dit
exclusieve rijtuig is de kist deels zichtbaar en worden de paarden vaak
ondergedekt met zwarte kleden en voorzien van zwarte pluimen.
Een
rouwkoets werd veelal gebouwd door de firma Huiskamp uit Winterswijk, de
bekendste rouwkoetsbouwer uit Nederland.
Af en
toe krijg ik de gelegenheid om een bijzonder onderwerp op papier te zetten en
in dit geval kreeg ik de vraag van Martie Mulder om een stukje te schrijven
over de lijkkoets of rouwkoets die hij heeft gekocht, met een bijzonder doel.
Hierover later meer.
Tja wat
doe je, als paardenliefhebber en je krijgt de kans om een rouwkoets te kopen.
In het geval van Martie Mulder doe je dat. Misschien bent u hem wel eens
tegengekomen met zijn paard(en) en wagen. Sinds kort zelfs met een zes span! Ooit
enthousiast gemaakt door Geert Satink, welke een haflinger voor de kar had
gespannen. En zo begon ook Martie, maar inmiddels overgegaan naar het Gelderse
paard
6-span |
Hij
werd getipt door iemand uit Berkum dat de rouwkoets van Yarden te koop was.
Yarden is bezig om van 4 vestigingen over te gaan naar 1 vestiging en houdt een
zogenaamde opruiming. Waaronder dus een bijzondere rouwkoets. Want het hebben van
een rouwkoets is één maar het gebruik hebben ervan, is twee. Men heeft immers paarden
nodig, een koetsier en helpers. Voorwaarde was wel dat alles bij elkaar bleef.
Naast de koets zijn er bijvoorbeeld allemaal kleden die de paarden dragen,
ornamenten en ga zo maar door.
Martie
kwam in contact met de stichting Terebinth. Een Terebinth is een boom die vaak bij een graf werd
geplaatst omdat deze heel erg oud kon worden. Ook dienden de Terebinthen als
plaatsen van vergaderingen en
begraafplaatsen voor aanzienlijke personen. Deze stichting waaronder Wim
Vlaanderen, oud-beheerder van begraafplaats Kranenburg zijn zitting heeft,
probeert de geschiedenis van de dood en het begraven, “levendig” te houden.
Deze
stichting heeft bijvoorbeeld een aantal adviseurs welke gemeentes adviseren bij
het ruimen van begraafplaatsen. Maar ook bij het restaureren van
grafmonumenten. Ook Wim Porte is lid van deze stichting. Zij vormen een beetje
een subtak van de stichting, waar men de aandacht geeft aan begrafenissen. En
dan voornamelijk het naspelen ervan, zoals het in de vroegere dagen ging.
Het
begraven van mensen en alles daaromheen is
doordrenkt met traditie. Wie kent niet het woord ‘huilebalk’. Dit was
vroeger een ingehuurde schreier. Dit waren 2 personen, welke
heel hard ‘huilden’ om het drama van het overlijden nogmaals te benadrukken,
getooid met een zogenaamde ‘lamfer’.
Een hoed met daaraan een rouwsluier bevestigt. En daarbij een grote witte
zakdoek. Wij zien het af en toe nog bij de islamieten waar de vrouwen,
weeklagen met veel geluid en geklak van de tong. De huilebalken waren ook
diegene die het overlijden van iemand ‘aanzegden’ in de buurt/gemeenschap.
Hebt u wel eens van een
‘palfrenier’ gehoord, ik moet eerlijk bekennen, ik nog nooit. Wanneer u het zou
opzoeken, dan vindt u dat het staat voor een tweede koetsier, een ‘bijkoetsier’.
Deze man hielp de familie bij het in en uitstappen. Er was ook een Klakkelman, dat was
de verkeersregelaar. En dan waren er nog de ‘slippedragers’. Naaste
familie of vrienden van de overledene liepen dan naast de koets en hielden een
koord vast welke rondom aan de koets hing.
Martie
zal eerst beginnen met het trainen van zijn (Gelderse paarden). Zij zullen
moeten wennen aan de speciale maankappen. Dat alles eerst maar eens achter het
huis, met 2 á 3 man alles opzetten aan het touw en dan voor een gewone
marathonwagen. Het zal natuurlijk per dier anders zijn hoe het zal reageren op
klapperende en wapperende kleden.
Hier
toont hij de maankappen van één van
de paarden. Zoals u ziet zullen de oren bedekt zijn. De ogen zijn op zich wel
vrij in het grote vierkante gat. Overal hangen een soort van roesjes aan.
Als
voorbereiding op dit stukje was ik te gast bij Martie thuis en zat ik met drie
enthousiaste mannen aan tafel, die een mooi doel hebben namelijk deze oude rouwkoets
weer helemaal in ere herstellen. Wim Vlaanderen vertelt hoe het vroeger ging
met de tradities en Wim Porte van het schildersbedrijf Porte, hoopt op zijn
manier een steentje te kunnen bijdragen
En dan
de koets. Deze is in redelijke staat, maar er moet wel degelijk het nodige aan
gebeuren, maar daarover later meer.
Deze
rouwkoets is rond 1913 gebouwd door de firma Huiskamp in Winterswijk, welke dit
jaar 100 jaar bestaat.
De
carrosseriefabriek Huiskamp heeft zijn naam in de as van de grote houten wielen
gezet, zodat het in ieder geval duidelijk was wie deze prachtige koets heeft
gemaakt.
Het is
een koets met enorm veel houtsnijwerk waarin ook weer veel tradities terugkomen
van het geloof. Deze koets is zogenaamd van de 3e á 4e
klasse. Een achterlader. Ooit in het bezit geweest van Oostindiën de Zwolse
begrafenisvereniging, en daarvoor van Gait Mulder, stalhouder aan de kleine
gracht. Het vermoeden is dat de koets ongeveer 6 jaar geleden voor het laatst
hier in Zwolle is gebruikt.
Zoals
gezegd veel tradities vanuit het geloof zoals de palmbladeren aan de zijkant
van de koets, het symbool voor ‘onsterfelijkheid’ en ‘eeuwigheid’. In de
christelijke traditie werd de palmtak een teken voor de overwinning van de
geest op het lichaam. De oorsprong hiervan ligt in het verhaal van de intocht
van Jezus in Jeruzalem (Palmzondag). Zijn aanhangers legden palmtakken op de
weg waarover Jezus met zijn ezel reed. In de christelijke opvatting is Jezus in
Jeruzalem gestorven voor de vergeving van de zonden van de mensheid.
De
palmtak werd symbool voor alle mensen die zich inzetten voor hogere idealen
zoals vrede en naastenliefde. Boven de palmbladeren ziet u een schelp met
parels. De schelp staat symbool voor geboorte en wedergeboorte en de parel voor
de eeuwigheid.
Eén van
de toortsen welke aan de zijkant van
de koets worden opgehangen.
Prachtig houtsnijwerk, wat
overigens aan een goede beurt toe is.
En een
houten ornament wat aan de zijkant van de koets wordt gehangen. Hoe duurder of
moet ik zeggen, sjieker de begrafenis hoe meer ornamenten.
Dit alles had ook weer te maken met de klasse
van het begraven. Zoals gezegd deze koets is een 3e a 4e
klasse.
Helemaal
rechts bovenaan zit u nog net de toortshouder.
Was de
overledene protestant, dan werd er een urn bovenop de koets gezet, en was het
een katholiek dan werd er een houten kruis geplaatst.
Een urn
heeft in dezer dagen een geheel andere betekenis gekregen vanwege crematies,
welke in vroegere dagen niet of nauwelijks voorkwamen. De urn is een oud Romeins symbool
voor de dood en rouw.
Deze koets is dus een zogenaamde achterlader.
De achterklep
werd naar beneden geklapt, ook hier weer het nodige houtsnijwerk, en de kist
werd op een paar rollende staven gezet om deze ietwat gemakkelijker naar binnen
te kunnen schuiven.
Van de uitdrukking, ‘een ondergeschoven
kindje zijn’, heeft u vast wel eens gehoord. Maar waar het vandaan komt?? Wim Vlaanderen vertelt, dat in vroegere
dagen, een overleden kindje niet altijd een gewone begrafenis kreeg, maar
meeging met een reguliere begrafenis. Het kistje werd dan onder de bok van de
koetsier geschoven… De bok van deze koets is daar overigens niet geschikt voor.
Zoals ik al aangaf is de koets in redelijke
staat en de stichting Terebinth is hier natuurlijk niet voor niets bij
betrokken want men wil maar al te graag dit cultureel erfgoed in stand houden. Er
zal waarschijnlijk wel een keer de vraag komen of de rouwkoets gebruikt kan
gaan worden bij een begrafenis, het zal dan worden bekeken of dit mogelijk is.
Het kost namelijk nogal wat, alleen aan tijd al. Twee paarden, vervoer van de
koets, vervoer van de paarden, begeleiding want een koetsier kan dit zeker niet
alleen doen.
Het onderhoud aan de koets is de
laatste jaren niet echt goed geweest en
dat is terug te zien.
Barsten in de verf en hier
en daar begint het hout wat te rotten.
en op andere plekken begint de verf los te
laten.
En dit was nu net één van de redenen dat Martie mij gevraagd heeft om
dit stukje te schrijven want zij zijn naarstig op zoek naar:
- Een stalling voor de rouwkoets, waar hij droog en zonder al teveel vocht kan staan. De kleden moeten namelijk ook bewaard worden bij de koets. In de schuur waar de koets nu staat is tot 18 september nog beschikbaar maar daarna moet het er toch echt uit. In de stalling zou dan de mogelijkheid moeten zijn om de rouwkoets te gaan restaureren. Dus het zou handig zijn om er in ieder geval omheen te kunnen lopen.
- Vrijwilligers welke de kunst van schilderen maar natuurlijk ook van het voorbehandelen van het hout beheersen. Er zit veel werk in maar wanneer u hier zich voor geroepen voelt, dan heeft enorm veel eer van uw werk, want zo’n koets is nu eenmaal een blikvanger.
- Of bent u handig met hout, als vaardige timmerman, hier en daar moet een klein stukje worden vernieuwd, maar het grote werk zit het toch in het schilderen.
Wim Vlaanderen, Wim Porte, Martie Mulder |
- En tenslotte zoeken deze 3 enthousiastelingen figuranten welke mee willen doen wanneer zij de koets gaan gebruiken. Het zal in eerste instantie geen commercieel doel hebben maar gebruikt worden bij het naspelen van begrafenissen. En dan zoek je bijvoorbeeld iemand die zich wil kleden als een palfrenier, een huilebalk, een slippedrager of als zwaar gesluierde dame.
Wie
helpt ermee om deze oude rouwkoets weer nieuw leven in te blazen?
Hebt u belangstelling als
vrijwilliger of plaats voor deze koets, dan kunt u contact opnemen met Martie
Mulder, 06-12 92 28 09 of via zijn mailadres: mmulder@sparzwolle.nl
Ik ben
in ieder geval erg benieuwd hoe dit mooie project verder zal gaan lopen.
Misschien wordt het wel weer een keer gebruikt voor een begrafenis wat op zich
natuurlijk triest en verdrietig is, maar wanneer iemand hiervoor kiest, dan is
het een ‘mooi’ bijzonder, laatste eerbetoon.
Marianne ten Klooster
het is in ieder geval wel mooi werk, en ik ken wel mensen die dit geweldig zouden vinden, maar heeft u nog mensen nodig of is het werk al gedaan ondertussen? tel 0032472564824 belgie
BeantwoordenVerwijderenwij hebben zelf trouw en rouwkoetsen mocht je eens paarden nodig hebben friezen of schimmels
BeantwoordenVerwijderenof als je hem wilt verkopen
https://youtu.be/cW5Ho9jTQiQ
BeantwoordenVerwijderenBekijk het resultaat van jaren arbeid aan de koets. Prachtige opnames in Havelte 2 juli 2016
BeantwoordenVerwijderen