De Lotus van Adri, zoals die op de voorkant van zijn rouwkaart prijkt.
Op 20 december 2014
overleed Adri Jans aan de gevolgen van een hersenbloeding. Zijn dood schokte
Wijthmen. Jarenlang was Adri oud-penningmeester van zowel Voetbalvereniging
Wijthmen als Stichting Gemeenschapscentrum De Elshof. Tot het einde bleef hij
in raad en daad betrokken.
Adri werd 56 jaar. Op
29 december werd afscheid van hem genomen. Naar schatting tussen de 350 en 400
aanwezigen bewezen de laatste eer, hetgeen iets zegt over zijn geliefdheid. De
bijeenkomst in zijn geliefde Café De Mol verliep geheel volgens Adri's wensen,
inclusief verlengde Hummer voor zijn laatste rit naar het crematorium. Vriend
en oud-collega-bestuurslid Koen Nijmeijer schreef onderstaand in memoriam.
'Een jaar of 35 geleden kwam Adri in Wijthmen voetballen. Even
later ging hij hier zelfs wonen. Als voetballer was Adri niet bepaald gezegend
met veel talent. Niemand van ons trouwens; we speelden niet voor niets in het
vierde elftal; lager kon niet. Ons onhandige spel en typische kleedkamerhumor kon
de inspiratiebron zijn geweest voor de televisieserie All Stars.
Adri was inzetbaar op diverse plaatsen. Hij stond
voorstopper of rechtsbuiten en was de vaste reservedoelman. Onder de lat, met
pet tegen de zon, mopperde hij graag en luidkeels over zoveel geklungel van
zijn ploeggenoten voor hem in het veld. Gelukkig beschikte hij ook over erg
veel zelfspot en hebben we veel en hard gelachen om onze eigen tekortkomingen;
niet alleen om die als voetballer trouwens. We verloren veel. Maar de derde
helft, die van de gezelligheid, wonnen we altijd.
Gedenkwaardig was een wedstrijd Berkum-uit; voor Adri als
oud-Berkummer altijd een wedstrijd met een speciaal tintje. Voor de gelegenheid
was hij als linksbuiten opgesteld. Kennelijk enorm tegen zijn zin. Tot onze
verbijstering zagen we hem al na een paar minuten van het veld lopen. Hoofdschuddend
verdween hij richting kleedkamer. Iemand wist hem net nog te vragen wat hij in
hemelsnaam aan het doen was. 'Ik heb nog niet één bal van jullie gehad', luidde
de verontwaardigde reactie; hetgeen - zonder verkeerde bijbedoelingen -zowel een
feitelijk juiste als overdreven reactie was. En weg was-ie. Niemand, die nog een
poging deed hem op andere gedachten te brengen. Was ook totaal zinloos geweest.
Maar veel groter werd dit voorval ook weer niet. Alsof er niets was
voorgevallen, zat Adri na afloop van de wedstrijd opgewekt in de kantine op ons
te wachten. De derde helft kon beginnen. Boosheid of chagrijn duurden in de
regel bij hem nooit al te lang.
Voetballen kon hij dus niet echt. Maar veel dingen kon Adri
wel erg goed. Hij kon bijvoorbeeld erg goed luisteren. Je kon Adri iets
toevertrouwen. Met hem sparren. Stoom bij hem afblazen. Waar het ook over ging,
het bleef altijd vertrouwelijk. Als penningmeester van de voetbalvereniging en
Stichting De Elshof paste hij heel goed op de centen. Tijdens bestuursvergaderingen
voerde hij niet heel erg veel het woord. Totdat hij het ergens grondig mee
oneens was. Als Adri iemand onderbrak met ultrakorte opmerkingen als 'oh ja?'
of 'nou en?' dan wist je: dit voorstel gaat het binnen het bestuur niet halen.
Adri kon goed voor zichzelf zorgen en leidde een tamelijk geregeld
leven. Een leven, dat hem een paar flinke klappen uitdeelde. Maar hij verstond
de kunst met verdriet om te gaan zonder bitter te worden. Hij kende een zekere
mate van soberheid, was sociaal en meelevend, haatte onrecht, wereldwijd of
dichtbij, maar wist tegelijk het leven te vieren en hield van gezelligheid, autoraces,
de sauna, weekendjes weg, zijn duiven, popconcerten, bij voorkeur in Hedon,
cabaret, verre reizen. En hij kon heel verrassend uit de hoek komen.
Adri was heel trouw. Trouw aan de mensen om hem heen, trouw
aan zijn vriendschappen, trouw aan zijn afspraken. Een man van vaste gewoonten
ook. Jarenlang elke zondagmorgen op bezoek bij zijn vader. Doordeweeks de
wekker op kwart over zes. Op de fiets naar de bank. Op vrije dagen koffie schenken
in een verzorgingshuis. Fietssleuteltje altijd in de portemonnee bewaren. Bij
mooi weer in oud T-shirt en korte broek in de tuin met een stukgelezen autoblad of de duivenkrant.
Hij was gelukkig in zijn mooie, welverdiende huis. Onlangs ging
hij overstag voor het gemak van de elektrische fiets. Hij genoot elke dag van
zijn jukebox. En wat niemand voor mogelijk had gehouden: na jaren van sleutelen
reed hij de eerste kilometers in zijn eigen levenswerk, de Lotus, waarvan
sommigen het bestaan - na al die lange jaren - heimelijk durfden te
betwijfelen.
En dan...... plotseling is-ie weer weg. Alleen dit keer zit
hij niet op ons te wachten in de een of andere voetbalkantine'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten