De enkelverstuiking behoort tot de meest voorkomende sportblessures. Balansoefeningen zijn een goed preventiemiddel. Maar het dragen van een enkelbrace blijkt nog beter te werken. Kort geleden verzwikte nota bene zijn eigen zus Elles haar enkel. Op een onoplettend moment stapte ze tijdens het rennen ongelukkig op een stoeprand. Het gewricht klapte dubbel en de binnen- en buitenbanden van haar enkel rekten flink uit.
Na een week tapevrij
"Mijn fysiotherapeut tapete me en ik liep een week op krukken. Tot mijn verbazing mocht ik na die week alweer tapevrij rondlopen, toen ik zei dat de enkel zich goed herstelde" vertelt Elles Janssen. "Ook mocht ik weer voorzichtig gaan sporten. Heel vreemd, want ik hoor soms verhalen van mensen die eerst 2 maanden behandeld worden. Om die reden legde ik mijn situatie voor aan mijn broer."
Die broer is Kasper Janssen. Als sportarts promoveert hij dit jaar bij het EMGO+ Instituut van het VU medisch centrum in Amsterdam. Daar verrichtte hij onderzoek naar het voorkomen van (herhaald) enkelletsel. Hij wilde achterhalen of sporters ter bescherming beter een brace kunnen dragen of meer baat hebben bij het versterken van de enkel op een balans-tol. Dat is een instabiel plateau op een halve bal, waarop mensen hun evenwicht en stabiliteit kunnen oefenen en spieren en banden verstevigen.
Uit gegevens van VeiligheidNL blijkt dat in 2013 zo'n 680.000 sporters een enkelblessure opliepen. Dat was 15 procent van het aantal sportblessures in dat jaar. Alleen de knieblessure (970.000 gevallen; 21 procent) scoorde hoger. Bij 1 op de 3 enkelblessures blijkt het bovendien te gaan om terugkerend letsel.
Janssen verdeelde 340 deelnemers, die in de voorgaande 2 maanden geblesseerd waren geraakt, over 3 behandelgroepen. Groep 1 volgde gedurende 2 maanden 3 keer per week een oefenprogramma op de balans-tol. Groep 2 moest een jaar lang een ondersteunende enkelbrace dragen tijdens het sporten. En deelnemers in de laatste groep droegen 2 maanden lang een brace tijdens het sporten én voerden het oefenprogramma op de tol uit. De sportarts: "Voor die 2 maanden is gekozen omdat we weten dat na 8 weken oefenen het risico op een volgende verstuiking met 35 procent daalt."
Helft minder kans op nieuwe blessures
Bij aanvang van zijn onderzoek vermoedde hij nog dat er na de blessure geen navrant verschil zou bestaan tussen de werkzaamheid van een brace of het verrichten van balansoefeningen. Inmiddels weet hij beter. Bracedragers lopen binnen een jaar slechts 15 procent kans om zich opnieuw te blesseren. Bij sporters in de trainingsgroep is dit 27 procent. "Ongeveer het dubbele dus. Hieruit kun je concluderen: trainen is goed, maar het dragen van een brace nog beter."
Bij aanvang van zijn onderzoek vermoedde hij nog dat er na de blessure geen navrant verschil zou bestaan tussen de werkzaamheid van een brace of het verrichten van balansoefeningen. Inmiddels weet hij beter. Bracedragers lopen binnen een jaar slechts 15 procent kans om zich opnieuw te blesseren. Bij sporters in de trainingsgroep is dit 27 procent. "Ongeveer het dubbele dus. Hieruit kun je concluderen: trainen is goed, maar het dragen van een brace nog beter."
Van de combinatiegroep (19 procent herhaalde verstuiking) leerde Janssen dat het vragen om méér (zowel een brace dragen als trainen) leidt tot afnemende therapietrouw: sporters gaan juist minder doen wat je vraagt.
Enkelbanden beschermd
Er is volgens de sportarts nog genoeg terrein te winnen om het aantal verzwikkingen te laten dalen. Zo denken veel mensen dat het dragen van een brace de enkelbanden verzwakt bij langdurig gebruik. "Ten onrechte. De brace beschermt de enkelbanden juist tijdens het sporten. Bovendien belast je die spieren en banden ook zonder brace buiten het sporten."
Er is volgens de sportarts nog genoeg terrein te winnen om het aantal verzwikkingen te laten dalen. Zo denken veel mensen dat het dragen van een brace de enkelbanden verzwakt bij langdurig gebruik. "Ten onrechte. De brace beschermt de enkelbanden juist tijdens het sporten. Bovendien belast je die spieren en banden ook zonder brace buiten het sporten."
Voorkomen
Hij constateert verder dat het kan uitmaken of een geblesseerde, zoals zijn zus, terechtkomt op een afdeling Eerste Hulp in een ziekenhuis, bij een huisarts of bij een fysiotherapeut. "De behandeling van de verstuiking is meestal goed. Maar het advies om een volgende te voorkomen, schiet vaak tekort. Ook zien we dat niet iedereen hetzelfde adviseert wanneer je weer actief kunt gaan sporten."
Hij constateert verder dat het kan uitmaken of een geblesseerde, zoals zijn zus, terechtkomt op een afdeling Eerste Hulp in een ziekenhuis, bij een huisarts of bij een fysiotherapeut. "De behandeling van de verstuiking is meestal goed. Maar het advies om een volgende te voorkomen, schiet vaak tekort. Ook zien we dat niet iedereen hetzelfde adviseert wanneer je weer actief kunt gaan sporten."
Dit vertaalt zich door naar de sporters zelf. "Die weten niet dat het risico op een volgende verstuiking 2 keer zo hoog is. En waar ga je dan naartoe voor advies? Een fysiotherapeut? Een masseur? Of vraag je in een willekeurige sportzaak om advies? Het is belangrijk om naar het individu te kijken: welke sport doet hij? Is hij heel fanatiek of best wel lui. Die kennis kan al richting geven aan het advies: oefenen, bracen of toch ouderwets tapen."
Daar komt bij dat veel mensen na een minder zware verstuiking hun blauwe plek of andere pijnklachten wegwimpelen en dus niet of te laat hulp inschakelen. "Om die groep beter te bereiken, is onlangs de app 'versterk je enkel' vernieuwd. Die biedt interactief oefenvormen aan en geeft informatie over braces. Treed er geen verbetering op en blijven de klachten aanhouden? Schakel dan alsnog deskundige hulp in, bijvoorbeeld een sportarts."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten