zondag 17 september 2023

De Dorpspomp

Onder de titel De Dorpspomp zal gedurende de komende maanden een aantal (eerder verschenen) columns van Prof. Dr. Gert-Jan Hospers in de Elshofbode verschijnen. 

De inwoner van Enschede is bijzonder hoogleraar in de sociale geografie en deskundig op het gebied van de transitie van stad en platteland, een onderwerp dat ook in Wijthmen speelt. De sympathieke Tukker beoordeelt de stedelijke en regionale ontwikkeling op de menselijke maat en adviseert de overheid daarin. 

Hij was betrokken bij het succesvolle project Leefbaar Platteland van de Provincie Overijssel en kent Wijthmen vanuit die hoedanigheid. De columns van Hospers zijn vooral herkenbaar.
Dit is de derde aflevering.

 

 

Vrijwilligerswerk
Vrijwilliger zijn maakt gezond en gelukkig, zo blijkt uit onderzoek. Toch moet het wel binnen de perken blijven: het optimum aan vrijwilligerswerk is zo’n twee tot drie uur per week. Ben je er meer tijd aan kwijt, dan stijgt het welbevinden niet meer. En vrijwilligerswerk kan zelfs als een last worden ervaren. Dat laatste zien we in veel dorpen: er komt steeds meer werk op de schouders van steeds minder actievelingen te liggen. Men spreekt inmiddels al van ‘vrijwilligersburn-out’. Wat is daarvan de oorzaak? Vrijwilligerswerk is steeds vaker selectief, vrijblijvend en gericht op de korte termijn. Veel bewoners willen bijvoorbeeld wel wat doen voor hun dorp, maar alleen als ze het ‘leuk’ vinden. Zo worden nieuwkomers relatief vaak vrijwilliger op het gebied van landschapsonderhoud, omdat het natuurschoon voor hen een belangrijke reden was om in het dorp te gaan wonen. En al willen veel jongeren best helpen bij de organisatie van het dorpsfeest, verwacht niet van ze dat ze automatisch zitting willen ne-men in de dorpsraad. Lange vergaderingen, het ons-kent-ons-gevoel en bestuurlijk regelwerk voor het dorp – daar hebben ze geen zin in. Anders gezegd: veel dorpelingen die op zich best open staan voor vrijwilligerswerk hebben bindingsangst.

Hoe komt een dorp dan aan nieuwe vrijwilligers? Om te beginnen zou je – enigszins paradoxaal – vrijwilligerswerk kunnen verplichten. Een ‘maatschappelijke diensttijd’ dus, maar dan voor het dorp. Dorpscorvee gaat echter niet werken, want dan treedt geheid het zogenoemde ‘overrechtvaardigingseffect’ op: zodra vrijwilligerswerk van buitenaf wordt opgelegd, neemt de intrinsieke motivatie om het te doen af en is de kans dat iemand in de toekomst opnieuw als vrijwilliger actief wordt lager. Meer kans van slagen heeft een aanpak die begint bij de potentiële vrijwilliger en z’n mogelijkheden. Neem jongeren uit het dorp: ga met ze in gesprek om erachter te komen hoe hun dagelijks leven eruit ziet en waar ze kans zien om het nuttige met het aangename te verenigen. Dan blijkt dat elke maand vergaderen op maandagavond niet handig voor ze is, maar dat ze een borrelavond op vrijdagavond in het dorpshuis met een overleguurtje vooraf wel zien zitten.
 

En last but not least: vergeet vooral niet om vrijwilligers regelmatig aandacht te geven en ze in het zonnetje te zetten. Daarbij gaat het om meer dan een kerstpakket en het jaarlijkse uitje. Een luisterend oor of de mogelijkheid om een cursus te volgen vinden vrijwilligers veel waardevoller. En laat alle dorpelingen die het blijkbaar heel normaal vinden dat er allerlei zaken voor het dorp geregeld worden ook eens hun waardering uitspreken.
Want zeg nou zelf: een welgemeend compliment kan je vleugels geven. Of zoals journalist Ewout Kieckens het treffend omschrijft:

‘Compliment: geluk in een geschenkverpakking.’ 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten