Weet u wat u eet? Grote kans dat de sperziebonen op uw bord uit Afrika komen, de rijst uit de Verenigde Staten en de frambozen in de yoghurt uit de Balkan. Landbouw is een mondiale bedrijfstak geworden en daarbinnen is de Nederlandse agrofoodsector een grote speler: het leeuwendeel van de agrarische productie in ons land is bestemd voor de export. De branche krijgt internationaal veel waardering en loopt vergeleken met andere landen voorop in efficiëntie, duurzaamheid en veiligheid.
Ook in Overijssel vinden we veel grootschalige agrobedrijven
die de wereld als werkterrein hebben. Maar steeds meer boeren kiezen voor
kleinschalige activiteiten. Ze spelen in op trends als biologische, duurzame en
lokale productie. Voorbeeld: vanuit haar winkel verkoopt beleefboerderij De
Ydenhoeve in buurtschap Collendoorn (gemeente Hardenberg) groente, fruit,
aardappelen, scharrelvlees, boerenzuivel, eieren, kaas, vruchtensappen en ijs.
Vooral bij hoogopgeleide stedelingen winnen dergelijke streekproducten aan
populariteit. Ze willen graag weten waar hun eten vandaan komt en vinden het
belangrijk dat hun voedsel verantwoord – lees: veilig, gezond en
klimaatvriendelijk – wordt geproduceerd.
Vroeger waren streekproducten de norm. Het ommeland voorzag
de stad van vlees, zuivel, graan en groenten. Zo zorgden landgoederen in het
buitengebied van Deventer ervoor dat de inwoners van de Hanzestad genoeg te
eten hadden. Maar hoe zorg je vandaag de dag voor meer ‘streekeigen’ voedsel op
je bord? Dat is niet eenvoudig, want de wereldwijde ratrace tussen
voedselproducenten en de dominantie van supermarkten laten zich niet
een-twee-drie doorbreken. Zolang consumenten niet bereid zijn om wat meer voor hun
eten te betalen, blijft het huidige systeem van voedselvoorziening in stand. En
boeren die wel uit de keten durven stappen, lopen vaak tegen logistieke en
marketingproblemen aan.
Toch zijn er lichtpuntjes. Neem de opkomst van
voedselcoöperaties. Het idee is simpel: een groepje mensen spreekt met elkaar
af om gezamenlijk bij één of meer boeren in de buurt producten in te kopen. Een
voorbeeld is coöperatie ‘de Autark’ in het Sallandse dorp Broekland. De 35
deelnemers bestellen hun vlees, eieren, groente en fruit bij diverse boeren uit
de omgeving. Wekelijks plaatsen de gezinnen via een website hun bestelling. Op
zaterdag pikt een deelnemer van de Autark de bestelde producten op om ze vervolgens
naar een centraal afhaalpunt te brengen. Qua omvang en marktaandeel stellen
voedselcoöperaties nog niet veel voor. Maar ze hebben een belangrijke
publieksfunctie. Net zoals streekmarkten en rondleidingen op de boerderij
dragen de coöperaties bij aan bewustwording bij de consument. Maatschappij- en
milieubewust voedsel is gewoon om de hoek verkrijgbaar! Ook overheden en
instellingen kunnen het goede voorbeeld geven, bijvoorbeeld door kantines te
stimuleren producten zoveel mogelijk regionaal in te kopen. Want zeker voor
eten uit eigen streek geldt het spreekwoord ‘zien eten, doet eten’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten