Tijdens
de coronacrisis nam het videobellen een grote vlucht. Dorpsgenoten die elkaar
normaliter regelmatig tegenkwamen kropen nu achter de laptop. Via het scherm
wisselden ze nieuwtjes uit. Is de digitale dorpspomp het nieuwe normaal?
Integendeel, zo blijkt uit onderzoek van bureau Movisie: door corona beseffen
veel mensen juist hoe belangrijk fysieke ontmoetingsplekken zijn voor de
vitaliteit van de leefomgeving. Online contact is handig, maar haalt het niet
bij de verbinding die je ervaart als je ‘fysiek’ samenkomt. Na de
lockdownperiodes gingen dorpelingen weer snel bij elkaar op de koffie. Een
typisch geval van de tegeltjeswijsheid: ‘Je weet pas wat je mist als het er
even niet meer is.’
Maar
waar ga je naartoe als je die ander even wilt ontmoeten? In kleine kernen is
dat meestal een dorpshuis, ook wel kulturhus of MFA genoemd. Behalve voor
maatschappelijke voorzieningen zoals de bibliotheek komen dorpelingen er voor
sociaal contact, gezelligheid en vrijetijdsbesteding. Niet voor niets wordt het
lokale gemeenschapshuis wel eens ‘de huiskamer van het dorp’ genoemd. Neem het
Dorpshuis Lutten in de gelijknamige kern, waar tal van activiteiten voor en
door de plaatselijke bevolking worden georganiseerd: lezingen, 55+-middagen,
klaverjasavonden, inloopbijeenkomsten – er is altijd wel wat te doen. In de
kelder van het pand heeft de dorpsjeugd een eigen onderkomen in de vorm van een
jongerenhonk. En elke donderdagmiddag wordt in het Dorpshuis Lutten de
‘Buurtkamer’ georganiseerd. Het is, aldus de website, een activiteit ‘voor
iedereen die behoefte heeft aan contact, een kopje koffie, een beetje
gezelligheid en “warmte”. De koffie is er goed en goedkoop en hartelijkheid
kost er niets. Afspreken hoeft niet, men kan komen en gaan wanneer men wil’.
Het is een mooie omschrijving van de kracht van een dorpshuis: een
laagdrempelige plek waar je heen kunt om even onder de mensen te zijn.
Helaas
kampen veel dorpshuizen op dit moment met exploitatieproblemen – en dat terwijl
ze vaak op vrijwilligers draaien. Het gebouw is bijvoorbeeld verouderd of sluit
niet meer aan op gebruikerswensen. Maar het kan ook zijn dat het dorpshuis
concurrentie heeft gekregen van andere plekken in het dorp, zoals een
drukbezochte sportkantine, opgeknapt monument of herbestemde kerk. Dat is
jammer, want een dorp is veelal te klein om er meerdere ontmoetingsplekken op
na te houden. Het is daarom cruciaal dat de dorpsraad, het gemeentebestuur en
de bewoners zich sterk blijven maken voor die ene vertrouwde
gemeenschapslocatie als de spil van het dorp. Het Dorpshuis Lutten laat zien
dat een ondernemende instelling daarbij kan helpen. Zo kun je in het gebouw
twee zalen (inclusief catering) huren voor een feestje of vergadering. De
coronacrisis heeft nog eens laten zien hoe belangrijk fysieke ontmoeting voor
ons welzijn is. Ik heb dan ook goede hoop dat dorpelingen elkaar massaal in hun
‘dorpshuiskamer’ blijven opzoeken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten