Het prachtige landgoed Boschwijk, gelegen aan de Heinoseweg. Ik denk dat ieder van ons wel eens een blik heeft geworpen door de indrukwekkende poorten met hun gietijzeren hekwerk. Deze verweerde ijzeren staven van de poort vertellen een verhaal van een vervlogen tijdperk, waar elegantie en rust hand in hand gingen. Het lijkt wel of de tijd heeft stilgestaan wanneer je door de poorten de oprijlaan op rijdt. Je wordt omringd door de weelderige natuur en het zachte gefluister van de bomen, alsof ze eeuwenoude geheimen delen. Het bruist hier van de geschiedenis. Aan het einde van de oprijlaan word je opgewacht door twee prachtige leeuwen, een grote vijver en daarachter, in al haar glorie, het statige landhuis, welke Boschwijk zijn ziel en karakter geeft.
Boschwijk
Toen ik de eerste keer kennismaakte met
de huidige bewoonster, Gerda Kiekebelt, werd ik allerhartelijkst en warm
ontvangen. Dat bleek later voor mij een soort afspiegeling van dit bijzondere
huis.
De geschiedenis van Boschwijk
Over de geschiedenis is veel te vertellen. Het is een plek met een lange en bijzondere geschiedenis. Waar nu de vogels fluiten en de bladeren ritselen in de wind, hebben door de eeuwen heen verschillende families gewoond.
Kaart uit 1826
Boschwijk ontstond in de 17e eeuw, toen steeds meer rijke stedelingen besloten om buiten de stad een landgoed aan te leggen.
In die tijd was Zwolle nog een kleine stad omringd door velden, bossen en rivieren. Boschwijk, zoals het werd genoemd, was ideaal gelegen aan de rand van de stad. Vanaf het landgoed had je uitzicht op groene weiden, akkers en bossen die zich eindeloos uitstrekten. Hier en daar zag je kleine boerderijen gebruikt door pachters, en in de verte meanderde het riviertje de Vecht, dat door het landschap kronkelde. Van oorsprong was het een agrarisch complex.
In 1716 kocht hopman (militaire rang in die tijd “kapitein”) Egbert Ridder van Cornelis van Dongen tot den Kaart de grond aan in het buurtschap Zalné. In 1750 werd Egbert Hendrik Spaar eigenaar. Rond 1770 liet dr. Egbert Spaar een buitenverblijf bouwen. Maar vooral de beroemde dichter Rhijnvis Feith, die hier met name in de zomers zijn toevlucht vond en zijn inspiratie uit de natuur haalde, heeft een onuitwisbare indruk achtergelaten op dit landgoed. Hij erfde het in 1781.
Het landgoed bestond eerst uit een herenhuis met daaromheen uitgestrekte tuinen en bossen. De tuinen waren netjes aangelegd in de formele, strakke stijl. Maar dat veranderde in de loop van de 18e eeuw, toen de Engelse landschapsstijl in de mode kwam. Deze stijl had een veel natuurlijkere uitstraling en paste veel beter bij de rustgevende sfeer van Boschwijk.
Boschwijk had ook bijgebouwen. Een boerderij met een (ronde) hooiberg, een koetshuis, een schuur en later ook een koetsierswoning.
Rhijnvis Feith (1753-1824)
Zoals eerder vermeld, werd in 1781 Boschwijk geërfd door Rhijnvis Feith. Ik licht de geschiedenis van hem hier extra uit, omdat Boschwijk mede door zijn toedoen bekend is geworden maar ook sterk veranderd.
Hij was een romantische dichter, schrijver en criticus. Boschwijk werd zijn toevluchtsoord, ver weg van de drukte van het stadsleven. Hij vond er rust, inspiratie en bovenal een band met de natuur. Rhijnvis Feith woonde met zijn gezin in de koudste dagen van het jaar in de Bloemendalstraat in Zwolle. Maar zodra de temperatuur het toeliet in het voorjaar, ging hij met zijn grote gezin weer richting Boschwijk.
Rhijnvis Feith, geboren op 7 februari 1753 in Zwolle, was een man die volop leefde in een tijd van grote verandering. Hij groeide op in een welgestelde familie en kreeg een uitstekende opvoeding, waardoor zijn liefde voor literatuur al op jonge leeftijd werd aangewakkerd.
Er werd veel aandacht besteed aan literatuur, filosofie en taal. Hij verloor op jonge leeftijd zijn moeder, wat een diepe indruk op hem maakte.
Deze vroege ervaring met een dergelijk verlies vormde waarschijnlijk de basis voor de sombere ondertoon die later in zijn poëzie zo kenmerkend werd.
Het
familiewapen van de familie Feith
Rhijnvis Feith was een intelligente man; hij studeerde op 17-jarige leeftijd af als jurist aan de universiteit van Leiden. Hij schreef zich in als advocaat, maar heeft het nooit daadwerkelijk uitgeoefend. Daarover schreef hij zelf later:
“Men noemt mij advocaat en mijne bul verzekert mij dat ik het waarlijk ben. Hoe ik het ondertusschen geworden ben, weet ik niet, want mijne schranderheid is er volstrekt niet toe geschikt.”
Op bijna 20-jarige leeftijd trouwde hij met Ockje Groeneveld uit het Duitse Oost-Friesland. Ockje kwam uit een rijk boerengeslacht en de echtelieden kregen van beide ouders een flinke toelage. Het werd een gelukkig huwelijk met maar liefst negen kinderen. De kinderen bereikten allemaal een volwassen leeftijd, wat zeker voor die tijd ongewoon was. Ze hadden een goed leven.
Ockje Groeneveld
Ondanks zijn zakelijke verplichtingen als burgemeester van Zwolle vond Rhijnvis altijd de tijd om te schrijven, want dat was zijn ware passie. Zijn gedichten en romans, vol romantische gevoelens en reflecties over het leven, de liefde en de natuur, raakten het hart van velen. Vooral zijn werk "Julia," een sentimentele roman over onmogelijke liefde, maakte hem beroemd.
En zoals gezegd, erfde hij in 1781 het landgoed Boschwijk,
dat zijn toevluchtsoord werd. Maar Rhijnvis Feith was meer dan alleen een
dichter. Hij was een familieman en had een grote kring van vrienden en
intellectuelen met wie hij regelmatig op Boschwijk samenkwam om te discussiëren
over kunst en filosofie.
Marianne ten Klooster
Geen opmerkingen:
Een reactie posten