zaterdag 22 maart 2025

Dorpendialoog

Overijssel telt zo’n tweehonderd dorpen, van Agelo tot Zalk. Elk dorp is anders. Logisch, want elke nederzetting heeft een unieke mix aan kwaliteiten. Vanouds benadrukken geografen de link van een dorp met het landschap. Zo bekeken heeft Overijssel diverse dorpstypen: es- en brinkdorpen (denk aan Markelo en Den Ham), streekdorpen (zoals Rouveen en De Krim) en dorpen langs de rivier (bijvoorbeeld Grafhorst en Welsum).

In de moderne geografie is er minder aandacht voor de landschappelijke kant van dorpen. De omvang en relatieve ligging van dorpen vindt men relevanter. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) onderscheidt vier dorpstypen al naar gelang de grootte en afstand tot de stad: (1) grote dorpen bij de stad, (2) kleine dorpen bij de stad, (3) grote afgelegen dorpen en (4) kleine afgelegen dorpen. Vaak zijn dorpen die vlak bij een stad liggen welvarender dan afgelegen dorpen. Wie een kijkje neemt in Boekelo of Windesheim kan zich daar wat bij voorstellen. In afgelegen dorpen leven relatief meer mensen in armoede en zijn de inkomens en het opleidingsniveau lager, aldus het SCP. Deze dorpen zijn kwetsbaarder, minder vitaal en hebben vaker te maken met bevolkingskrimp. Ook dat zie je in Overijssel – denk aan dorpen in gemeenten als Twenterand en Zwartewaterland.

Toch zie je in dorpsvisies vaak dezelfde zorgen en wensen terugkomen: het behoud van de school, de behoefte aan starterswoningen en de noodzaak van energietransitie. Blijkbaar delen dorpen, hoe verschillend ze ook zijn, flink wat met elkaar. Hoe is dat te verklaren? Enerzijds geldt dat ontwikkelingen in de buitenwereld, zoals de trek naar de stad, klimaatverandering en digitalisering, belangrijker worden – geen dorp kan er meer omheen. Anderzijds is er sprake van een ‘projectisering van de dorpspolitiek’. Door programma’s als LEADER spreken steeds meer dorpsvertegenwoordigers en hun ondersteuners het ‘projectjargon’ dat nodig is om subsidiegelden te verkrijgen.

De gelijkenissen tussen dorpen bieden ook kansen. Want uitgaande van de dorpentypologie van het SCP kun je dorpen met een vergelijkbare omvang en ligging gericht met elkaar in contact brengen, zeker als ze met eenzelfde vraagstuk worstelen en inspiratie zoeken. Neem Nieuw Heeten en Beckum: de twee kernen lijken op elkaar qua omvang en relatieve ligging en allebei weten ze dat hun kerk op termijn gaat sluiten. Wat kunnen ze van elkaars aanpak leren? Onder het motto ‘gedeelde smart is halve smart’ levert een uitwisseling voor beide dorpen geheid wat op. Natuurlijk blijft het bij zo’n ‘dorpsintervisie’ cruciaal om oog te houden voor lokale bijzonderheden. Het beginnen met de erkenning dat dorpen van elkaar verschillen, haalt de kou al uit de lucht. En die erkenning zou zo maar eens het begin kunnen zijn van een vruchtbare dorpendialoog, eentje die werkt van Agelo tot Zalk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten