dinsdag 20 oktober 2020
Kerstsamenzang
Sinterklaas
De evenementencommissie is druk bezig om te kijken, hoe en/ of de Sint dit jaar nog een bezoekje kan brengen in het mooie Wijthmen. De Sint heeft ons belooft dat hij de kinderen van 0 jaar t/m groep 4 niet stilletjes voorbij gaat!!
We houden jullie op de hoogte via school of Boem Boem.
Met vriendelijk groet,
De Evenenmentencommissie
Koploper in coronatijd, wel een tikje wrang
Het vooruitzicht op een enigszins normaal verloop van de
voetbalcompetitie is
hoogst onzeker. De vraag lijkt zelfs gerechtvaardigd of
dit jaar nog op amateurniveau gevoetbald gaat worden. Of zelfs in januari,
februari , wie weet.
Al die tijd zonder voetbal staat Wijthmen op kop in de vierde klasse D Oost. Hoe wrang is het om de trotse koploper te zijn en die koppositie niet te kunnen verdedigen? Een tikje wel, mag je veronderstellen. Natuurlijk, de gezondheid gaat boven alles, vervolgens komt een hele tijd niks en dan pas een potje voetbal. Maar jammer blijft het toch.
Al jaren is Wijthmen verstoken gebleven van veel succes,
laat staan een prijs. Het bestaan van een kleine, gezellige en toch naar sportieve
resultaten smachtende dorpsclub gaat niet altijd over rozen, dat weten we in
Wijthmen heus wel.
De start van het huidige seizoen mag in dat verband als ongekend worden omschreven. Drie overwinningen op een rij. Tegen CSV'28, Wilsum en in de derby tegen VSW, helaas zonder publiek vanwege de coronamaatregelen. De wedstrijd tegen het zwakker geachte EZC werd afgelast vanwege ziektegevallen bij de tegenstander. Maar ook met een wedstrijd minder gespeeld bleef Wijthmen aan de leiding. En toen? Toen kwam de nieuwe lock down. Zonder voetbal.
Dan rijst toch even de vraag, voor de moraal en bij wijze van genoegdoening: wat is er dit seizoen tot nu toe veranderd? Dat is best wat.
1. Nieuwe trainer
Na het vorige, door het corona afgebroken seizoen kwam een einde aan het tijdperk-Elwin Matuankotta bij Wijthmen. Na vier jaar als hoofdtrainer aan Wijthmen verbonden geweest. Matuankotta verkaste via een omweg naar Be Quick'28. Zijn plek werd ingenomen door Marc Helderman, een rustige, jonge kerel, die blij was met zijn eerste club als hoofdtrainer. Een gokje? Nee, want het bestuur had sollicitanten voldoende om een keuze voor de nieuwe trainer te maken en had een goed gevoel. De trainer zelf ook: ''Ik vind het belangrijk, dat een team strijdbaar is en de energie en het plezier ervan afspatten'', sprak hij bij zijn komst.
Eigenlijk kwamen drie nieuwe mensen voor de groep. Ook Robbin Bonthuis kwam nieuw, als assistent. En oud-middenvelder Kai Smits nam de leidersrol op zich. In beide functies als opvolger van Erik van Dam.
2. Concurrentie
Het elftal kreeg behoorlijk versterking. De selectie groeide zowel qua niveau als in de breedte. Van buitenaf, maar ook van binnenuit. Dat laatste was het gevolg van de vloedgolf aan spelers, die in de loop van het vorige seizoen geblesseerd was geraakt en voor een deel terugkwam. Sander Nijmeijer was als enige nog niet zover, maar dat duurt niet al te lang meer.
In de zomer kwam een trio van SVI naar Wijthmen: Dylan Fidder, Jari Dunnink en Max Spijkerman. De wederzijdse aanpassing tussen spelers en club verliep vlekkeloos. Het drietal ging zich snel thuis voelen, bij de club en in het elftal. Net als de drie spelers van Kampen een jaar ervoor.
Tegenover de komst van de nieuwelingen stond het wegvallen van de snelle rechterspits Tom Diepman met een zware knieblessure. De wegens werk tijdelijk gestopte Umrah Cetintas heeft zich inmiddels al wel weer gemeld op op Sportpark De Elshof. De kracht van een elftal wordt vaak afgemeten aan de spelers op de bank. Wat dat betreft komt Wijthmen er steeds beter op te staan.
3. De factor geluk
Bar veel geluk heeft Wijthmen in de voorbije jaren niet gekend. In dat opzicht was de ploeg aan een inhaalslag begonnen. In de openingswedstrijd van de competitie, uit bij CSV'28, besloot Vrouwe Fortuna niet één twee, maar zelfs twee handen toe te steken. Bij 3-1 in het voordeel van de thuisclub leek de wedstrijd gespeeld. Een kleine opleving aan Wijthmen-kant leek ten einde, toen Wouter Klei met twee keer geel van het veld werd gestuurd. Maar het onwaarschijnlijke gebeurde. Toen Wijthmen met z'n tienen zowaar op 3-3 kwam, weigerde CSV zich daarbij neer te leggen. De ploeg uit Stadshagen stormde bij een hoekschop in blessuretijd en masse naar voren. Daarbij werd Nick van Gurp op de middellijn over het hoofd gezien. Die kan nog steeds koelbloedig scoren, bleek nog geen halve minuut later.
En het mag gezegd worden: ook in de volgende wedstrijden tegen Wilsum en VSW had Wijthmen soms niet over geluk te klagen. Maar als je het krijgt moet je het pakken, zo werkt dat in de sport, ook op bescheiden niveau. Enkele goede resultaten kunnen een ploeg vervolgens zomaar in de gewenste flow brengen. Dat leek Wijthmen te overkomen. Helaas, die vlieger gaat nu niet op door de corona, ook nog een beetje pech dus.
4. De revelatie
Natuurlijk is het veel te voorbarig om Wijthmen, na jaren als bescheiden middenmoter, onder de favorieten te scharen. Maar toch zal de ploeg anders aan de (eventuele) herstart van de competitie beginnen. Vol zelfvertrouwen hopelijk. Het helpt in elk geval niet meer als dark horse verder te gaan. Als dat al het plan was. De tegenstanders zijn gewaarschuwd. Wie weet ligt er een periodetitel (de eerste lijkt kansrijk) in het verschiet.
Het zal ook interessant zijn te volgen hoe de individuele spelers zichzelf ontwikkelen. Max Spijkerman is tiener, veelbelovend en koelbloedig als spits. Wellicht de grootste verrassing tot dusver, naast zekerheden als Max Beernink, Nick van Gurp, Jari Dunnink, Stefan Klei of Dylan Fidder, is Nick Kortstee. Hij is jong, sterk, een harde werker, voor de duvel niet bang en een tikje druistig af en toe. En moeilijk af te stoppen als hij er de sokken in heeft. Lang geblesseerd geweest ook. Typen als Kortstee zorgen voor bravoure, ze brengen energie en strijd.
We krijgen nu al weer zin in voetbal. Maar eerst nog stapels geduld opbrengen.
En gezond blijven!
zondag 18 oktober 2020
Hendrik op de brommert
Het ballonneseizoen lig a weer achter ons en zo langzaam an gaon wie weer mooi naor de sinterkloas toe. De daag’n wurde’n kôtter en de nachten een bettie langer, alle naodeel’n hef ok wéh weer zien veurdeel’n. En ofgeloop’n wekke belde de redactie van de Elshofbode mie op, umme te vrôg’n of ik nog een stukkie hadde lig’n. Helaas ha’k niks lig’n maar een paar wekke geleed’n he’k nog wel weer wat met emaakt.
Fennigje en ik zaat’n met een bakkie leut toen de telefoon gunk, Fennigje d’r zuster of e disse zomer nog een wekke kwam umme de boel dreiende te hold’n.
Dus ik zegge det e de andere wekke de busse maar mos nem’n en det e die kant op mos gaon, ach dan had ik het rieke veur mie allinig. Toen bedacht ik mie det ik daor mar iens gebruik van mosse maken umme Toone iens op te zuuken. Toone is met de vrouwe naor Corfu is verhuusd, in Griekenland. Hij mos daor naor toe veur zien wark. Hij had a vaker evrôgd of wulle een keer kwaam’n. En dit leek mie dan ok een mooie geleeg’nheid umme die kante een keer op te vlieg’n. Want Fennigje hôld daor niet van, vlieg’n niet en ok de warmte niet. De volgende dag kiek ik de krante deur en zie det ut nog gien 100 euro kost umme hen en weer terugge te vlieg’n, dus bel ik mien moat umme te vertel’n da’k de andere wekke die kant op gung as Fennigje naor her zuster toe gunk.
Dus nog gien wekke later zat ik in’t vliegtuug op weg naor Toone en zien vrouwe. Het weerzien was machtig en wie hebt dan ok tot in de kleine uurties deur eproat.
De volgende moarn waar ik al vrog wakker en Toone liet mie zien hele spullegie zien. Zo ok de schuure waor e een mooi gruun brummertie had staon die ik wéh moge gebruuk’n disse wekke det ik hier ware, dan kon’k de boel op ‘t eiland bekiek’n, omdat hij tuurlik gewoon mos warken.
Det liet ik mie natuurlijk gien twee keer vertell’n. Ik hadde mie bedacht det ik die middag maor iens op onderzoek uut mosse gaon. De buut’nlucht zol mie goed doen want ik hadde een bettie last van een jetlek, ha’k wel is eheurd, dus zol ik d’r ok wéh last van he’m. En nao de middag zwaai’en Toone en zien vrouwe mie uut en ik trappe het brommertie an om iens effen wat rond te toer’n. En ik mutte eerlijk bekenn’n det ut een mooi eiland is, ik snappe noe wéh det Sissi de keizerinne hier graag kwamp!
Eerst maor een stukkie naor het noord’n Palaiokstritsa stund op ut kaartie. Lezen gunk niet, laot staon uut spreek’n! Gewoon de bôrd’n volg’n en gaon! Machtig mooi rittie en het geluud van de krekels was niet te geleuv’n. Een kabaal van heb ik jou doar! Hikkend, proestend en snoevend warkte ut brummertie mie de heuvels op. Misschien det ik toch ietsie mosse af vall’n, want ut brummertie had d’r meuite met umme de heuvels op te koom’n. Effen later kom ik bie een mooi strandtie en geniete van de blauwe zee en ut strand en nao een uurtie ha’k ut wéh bekeek’n. Ik trappe ut brummertie weer an en rieje weer terugge.
Halverwege zie ik zo’n taveerne met een mooie veranda, det lag d’r zo mooi, precies in een bochte tussen de bargen met twee weeg’n die bie mekare komt en ik bedachte det ik daor mar iens effe wat mosse gaon drink’n. Daor kon’k mooi alles bekiek’n.
Ik lope de veranda op en daor kump mie een keer’l an, de ober, hij zag er niet echt uut as een ober, ach, ai mar wat te drink’n kon krieg’n. Misschien was e een bettie verlaat met ankleed’n, det overkomt mie ok wel is. Hij begunt teeg’n mie te proat’n en ik proate terugge en hij begunt te lach’n en ik lache maar met um met, want verstoan koi mekare niet. Ik maak’n een gebaar det ik wéh wat te drink’n luste en hij kek mie an met een verbaasde blik, en nao wat gebaar’n begreep e mie en begunt heel hard te lach’n. Ik snappe niet wat e noe te lachen had, het ienige wa’k kon doen was met lach’n. Toen leut e mie de koelkaste zien, ach ik binne de meuilijkste niet. Ut was ok warm vandaage en det was misschien de Griekse gewoonte wéh, det ie alles zelf mar uut de koelkaste mossen halen. Wie hebt allemaole wel iets gien zin. Ik kieke wat er in de koelkaste stiet en zie een flesse met water stoan Ouzo, ach det zal wéh Grieks wees’n veur water, in Frankrijk zegt ze aqua, en Grieks is toch áns dus ik pakke de flesse en de ober pak’n twee glaasies. Wie zit doar een bettie te keuvlen met hand’en en voet’n en iniens kump daor op de weg een auto an scheur’n en de ober begunt mie toch te scheld’n. Eerst snapt’n ik ut niet maor na nog een glaassien water met anijssmaak ha’k deur det ut umme de auto’s gunk die zo hard deur die bochte hen kwam. Zien taveerne stund precies in die bochte en hij was natuurlijk bange det die leu uut de bochte zollen vlieg’n.
Het was een alleraordigste keer’l en het werd hoe langer hoe gezelliger en wie kond’n mekare hoe langer hoe better verstaon. Nao een paar glaasies ouzo water kreeg ik toch wéh wat trek, dus ik roepe Janis, det was zien name, en ik vrôg um of ik ok wat etten konne. En weer die verbaasde uitdrukking op de snoete en daor begunt e mie weer te lach’n. Toen wees e mie det ik maor effen met mosse loop’n en daor leut hij mie de boomgaard zien. Ach, jongens, doar in de boom hangen mie toch de mooiste sinasappels. Wat een vrindelijke keer’l, ik plukke d’r een paar of en stoppe ze in de pette, want det lust’n Toone en de vrouwe ok wéh. Wie loopt weer terugge en ik wieze op mien boek det er wat in mos koom’n, hij bulderde het uut van het lach’n, daor schut hij de keuk’n in en hij kump terugge met stokbrood en botter.
Het smaakt’n mie allerbest en ie kunt hier best weez’n. Mar het werd tiet umme naor Toone en de vrouwe terugge te goan, dus ik vroage an Janis wa’k um schuldig binne en doar begunt e mie toch weer te bulderen van het lachen en ik mosse de knippe maar weer op bargen. Wat een alleraordigste keer’l! Ik trappe het brummertie weer an, de sinasappels in de buule en gao weer op weg. De weg terugge was twee keer zo lank as de henweg. Det water was toch áns as bie ons.
Wie zitten ‘s aovonds an de taofel en Toone vrûg me wat ak edaon hadde en ik legge um uut det ik iets wiederop in de bochte bie een taveerne hadde ezeet’n en det ik met de ober Janis van het Griekse water ouzo hadde geneut’n. De oog’n van Toone werden zo groot as scheutelties! Daor zat gien Taveerne! Langzaam an drung ut tot mie deur!
Ik hadde mien lessie eleerd, hier op Corfu was niet elke veranda an het huus een taveerne.
De groet’n
Hendrik
Ps
Ik hebbe gien tekening veur jullie emaakt, want ik op zo’n brummertie is gien gezichte dus heb ik de foto van Janis er mar bie edaon nao ons watertie, dus de foto kump uut mien album.